D.L. Daalder, pedagoog, schrijver, pionier

Artikel van Marijke van Raephorst
01-08-1974

Dit jaar verscheen er een herdruk van Wormcruyt met Suycker, een historisch-kritisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur, met illustraties en portretten, geschreven door D.L. Daalder. Interbook International in Schiedam is de uitgever, terwijl de eerste uitgave, in 1950, verzorgd werd door de Arbeiderspers in Amsterdam. De titel van dit boek is ontleend aan de in 1596 verschenen Ghenouchelijke, eerlijke ende profijtelijcke Propoosten, Exempelen ende fabelen, al tot deucht aansporende, dienende tot Argumenten voor den kinderen, door H. Jacobi gekenmerkt als "Wormcruyt met Suycker, een zonderlinge combinatie van leerboek, vertaaloefening, zedelijk onderricht en uitspanningsliteratuur".

Daalder stelt in zijn boek vast dat wij intussen gevorderd zijn tot "suycker met wormcruyt" en soms zelfs tot alleen "suycker". Dat was in 1950. Hij was de eerste die het kinderboek en zijn schrijver plaatste in het kader van de Nederlandse literatuur; hij gaf op veelvuldig verzoek dit - vanzelfsprekend onvolledige - overzicht sinds de middeleeuwen en deed een dringend beroep op de wetenschappelijke onderzoekers, af te dalen naar de regionen van de jeugd en de velen die voor hen schrijven. Het zou interessant zijn het oordeel van deze pionier thans te horen, maar hij is op vijfenzeventigjarige leeftijd in september 1963 overleden.

Wie was hij? Daalder is geboren op het eiland Texel en heeft daar zijn jeugd doorgebracht. Onder de schuilnaam Jef Vermeer heeft hij daarover later een boekje geschreven. Het heette Schimmenspel en veroorzaakte een flinke rel daar veel mensen zichzelf er duidelijk in herkenden! Later verscheen ook het boek Fijn en Grof, voor elf-/twaalfjarigen, over twee kinderen op Texel.
Daalder bezocht de kweekschool in Haarlem en zijn eerste werkkring als onderwijzer was de Humanitaire school in Laren. Wij zouden deze een voorloper van de Werkgemeenschap van Kees Boeke kunnen noemen. Er werd veel geëxperimenteerd. Zoals eens Frederik van Eeden zijn "Walden" oprichtte, zo stichtte professor Van Rees (de schilder) de Arbeidskolonie in Blaricum. Oorspronkelijk was de Humanitaire school bedoeld voor de kolonistenkinderen, maar in feite werd het de school voor de kinderen van de vele in die streek wonende kunstenaars. Vanzelfsprekend is er veel aandacht gegeven aan muziek, toneel ... Tot op een dag een der leiders nogal scherp te kennen gaf dat die werkwijze in een kleine, besloten, idealistische gemeenschap niet voldoende was. "Trek de wereld in met je idealen en breng ze onder de mensen!" De jonge Daalder nam dit ter harte, gaf zich op voor het onderwijs in Indië en werkte jarenlang in Soerabaya en Bandoeng.

Het gezin had vijf jongens toen onverwacht zijn vrouw stierf. Teruggekeerd in Nederland werden de kinderen verzorgd door familieleden en ging Daalder werken bij Cor Bruijn (de bekende kinderboekenschrijver) op de Hilversumse Schoolvereniging. Hij studeerde tegelijkertijd voor middelbaar Nederlands en zodra hij deze akte in bezit had, kreeg hij een plaats aan de H.B.S. in Alkmaar. Daar bleef hij vijfentwintig jaar, de laatste jaren als directeur.
Een tweede huwelijk betekende de redding van het hele gezin. Er kwamen nog drie zonen en een dochter bij, terwijl er voortdurend meisjes of jongens "die het moeilijk hadden" een thuis vonden.

Onderwijsvernieuwing toen D.L. Daalder was oprichter en veertien jaar lang redacteur van het maandblad Het Kind, en redactielid van Montessori-opvoeding en Opvoeding nu. Intussen was het kinderblad Kris-Kras ontstaan, op initiatief van de "Stichting Kinderbelangen" en ook hierin leverde hij regelmatig zijn bijdragen. Natuurlijk heeft het grote kindertal in eigen huis heel wat ervaring en stof voor boeken en artikelen geleverd. Een tijdlang luidde de titel van deze laatste "De kudde van Jef Vermeer", later ook als boek verschenen en gevolgd door een tweede deel, Langs glooiende velden.

Bekend werden zijn uitgaven Gandhi als Opvoeder, Feminisme en Nieuw-feminisme en Driftig en Eigenzinnig. In dit laatste boek behandelde hij verschillende opvoedkundige kwesties. Graag liet hij de jeugd zélf een oordeel uitspreken. Jarenlang gebeurde dat in een kranterubriek, waarna de stukjes gebundeld werden in De jeugd aan het woord! Onderwerpen: roken, televisie een zegen of een vloek, de klassieke en moderne paardans, bioscoopbezoek, moderne schilderkunst, seksuele omgang, e.a. De antwoorden van de jeugd waren zeer openhartig: "Wij willen geen bakerpraatjes maar eerlijke voorlichting!" U ziet, al zijn inhoud en problematiek van deze onderwerpen in de laatste vijftien jaar wel veranderd en waren bijvoorbeeld de sadistische gruwelen in de film "Ultime gride della savana" ("Mensen blijven beesten") nog niet bekend, Daalder stond open voor alle vragen en liet informatie en inspraak hand in hand gaan.

Sagen en legenden favoriet Voor de hoogste klassen basisschool en de eerste van het middelbaar onderwijs achtte hij sagen en legenden niet alleen geschikte en zeer boeiende lectuur, maar ook belangrijk in cultureel opzicht. Dat de rijkdom van de Griekse en andere verhalen uit de mythologie alleen voor de gymnasiasten (toen!) zouden zijn bestemd, vond hij dwaasheid.

Zelf bewerkte hij de "Reinaert" (zie Verkenningen IV, 9/10, 135-136) en "De ridders van de ronde tafel" en andere verhalen. Ook verscheen de Ilias voor schoolgebruik. Een streng onderscheid werd gemaakt tussen jeugdboeken met verzonnen, overdreven heldendom enerzijds, en werk waarin niet alleen sprake is van durf, wapens en lichamelijke gevechten, maar van de onverwoestbare kracht van de mens die waarachtig in iets gelooft - zoals steeds weer het geval is in boeken van Rosemary Sutcliff.