Onder de mimosa's
1938, 1e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf, Opbloei-serie
Illustraties op kaft en in boek van Rie Reinderhoff
1960, 3e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf
Omslag en bandtekening van Hans Borrebach (1e druk 1955)
|
|
Hoofdpersonen:
Lieke en
Stef Veraart
Lieke,
die net haar moeder verloren heeft, is met haar tante naar de
Rivičra gereisd om even tot zichzelf te komen. Als tante terugkeert
naar Nederland, blijft Lieke alleen achter.
Ze ontmoet er de student Stef Veraart en zijn hond Jonas.
Stef heeft meegedaan aan een onderzoek naar gifgas, en omdat er gas
ontsnapt is terwijl hij aanwezig was, is zijn gezondheid erg
aangetast. Om te kuren is hij naar de Rivičra gekomen.
Samen delen ze hun zorgen, maar ook hun interesses en gevoelens.
Als het slechter gaat met Stef, omdat hij aan de Rivičra niet aan
zijn dieet kan voldoen, biedt Lieke aan om voor hem te koken. Helaas
heeft dat niet het gewenste resultaat, en vertrekt Stef naar een
kuuroord in Menton, waar een nieuwe behandeling hem waarschijnlijk
wčl kan helpen.
Opnieuw is Lieke alleen, maar nu heeft ze Jonas wel, om voor te
zorgen.
Pas als Stef opgeknapt is, wil hij naar Lieke zijn liefde
uitspreken, zodat hij zeker weet dat het geen medelijden is, wat ze
voor hem voelt.
Dit is een losstaand boek en het behoort niet tot de zogenaamde serie van
13 boeken.
|
Recensies
|
Haagse Post:
Haar hoofdpersonen zijn twee jonge mensen, die elkaar aan de
Rivičra leren kennen, een jong meisje, nog gebukt onder de dood van
haar moeder, een jonge man, 'met een body vol gifgas', zoals hij het
zelf bitter beschrijft om herstel van gezondheid te zoeken. En
daarbij een hond, een gezellige, trouwe hond, die zo'n goede
kameraad voor zijn zieke baas weet te zijn.
Sanne van Havelte weet ernst en humor niet alleen af te wisselen,
maar in elkaar te doen overvloeien. Zij heeft fijn gevoel voor
stemming en sfeer en dit spreekt uit vele trekjes in dit boek.
|
Het Vaderland:
Niettegenstaande er in het hele boek slechts twee personen plus
een hond voorkomen, verveelt het geen ogenblik; de karakters zijn
uitstekend getekend; de ietwat cynische jonge man, soms knorrig en
onrechtvaardig in zijn uitingen, die slechts hun oorzaak vinden in
het twijfelen aan ooit-beter-worden, en daar tegenover het
opofferende, beheerste en liefderijke karakter van Lieke, die alles
voor hem over heeft.
Een opbouwend en goed geschreven boek voor oudere meisjes.
|
Het begon in een stortbui
1948, 1e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf
1952, 3e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf
Omslag en bandtekening van Hans Borrebach
|
|
Hoofdpersonen:
De nichtjes Wil en Dia
en Piet(je) en Roel
De nichtjes Wil en Dia brengen de zomer door in aan Noordwijk aan
Zee, in een vakantiehuisje van hun tante. Dia heeft een vasthoudende
aanbidder, Piet Bommel, die haar alleen maar aanbid omdat zijn tante
hem voorhoudt dat zij een perfect stel zouden zijn. Dia vindt Piet
echter maar een slap figuur, een “papkind”. Piet blijkt met zijn
vader en tante ook in een huisje aan zee te verblijven. Een idee van
zijn tante, die hierin een perfecte kans ziet om de twee te
koppelen… De familie is dan ook erg opdringerig naar Dia en Wil toe.
Wil zegt in een vlaag van wanhoop dat alleen een “afweervrijer”
soelaas zou kunnen bieden, en die vindt Dia, in de vorm van de
loopjongen van de plaatselijke apotheek, Roel, die echter met een
vreselijk accent praat, tot Dia’s schaamte. Als afweervrijer doet
hij het echter goed, en dan doet hij zijn best ABN te praten. Zo
gaan ze een paar keer een straatje om, en zelfs een keer met hun
vieren uit in Leiden.
Roel, een keurige student farmacie, loopt enkel alleen maar stage
bij zijn oom, en vindt het wel leuk om Dia te plagen met zijn
accent. Hij merkt wel dat ze hem echt leuk vindt, maar kan ze dóór
zijn accent heenkijken?
Dat kan Dia, en drie jaar later, als Roel afgestudeerd is, besluiten
ze te trouwen.
In die tijd ontmoet Wil Piet opnieuw, die zijn papkind-image
afgeschud heeft, zelfstandig is, en weet wat hij wil: Wil.
Dit is een losstaand boek en het behoort niet tot de zogenaamde serie van
13 boeken.
|
Het complot
1948, 1e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf
Dit is een losstaand boek en het behoort niet tot de zogenaamde serie van
13 boeken.
Het is typisch een verhaal voor jongere meisjes.
|
|
Nu ze met haar drie puberkinderen in Rotterdam woont na het verlies
van haar man, is het mevrouw Berends een doorn in het oog dat haar
kinderen zo "ruw" worden. Hun manieren en taal gaan er hevig op
achteruit.
Samen met de voogd van een jongen die ze in huis neemt – en die met
dezelfde problemen kampt -, smeedt ze een plan. Dit heeft het
gewenste gevolg: het drietal čn de jongen gaan elkaar opvoeden, en
worden nog goede vrienden ook.
|
Josje's eerste reis
1950, 1e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf
Druk H. Veenman & Zonen - Wageningen
"Voor de kinderen van Els en Jo"
Dit is een losstaand boek en het behoort niet tot de zogenaamde serie van
13 boeken.
(Voor kinderen van 6-10 jaar)
|
|
Josje is een jongetje van vijf jaar dat evenals andere kinderen van
die leeftijd door ouderen, zowel kinderen als volwassenen, wordt
aanbeden om zijn grappige en spontane wijze van optreden.
De eerste twee hoofdstukken van dit boekje vertellen van het
vijftienjarige nichtje Puk, dat vurig wenst Josje te mogen meenemen
als zij uit logeren gaat.
Dat mag, en met hun vijven vertrekken ze naar Katwijk. Josje is de
benjamin van het clubje en geeft de anderen heel wat zorg.
|
|